Ik vind ook dat het land “echt” begint (te worden) als je er je eerste schreden zet.
Toch heeft het woord “echt” een andere betekenis. Er hangt een meerwaarde aan: “Ik heb het ”echte“ India gezien!” Tja, wat dan? De rimboe, de krottenwijken van Calcutta, of de Taj Mahal? Dope gebruiken met een sadhu? Is het een “echter” dan het andere?
Het komt ook voor in een competitie tussen reizigers en is onderdeel van het ‘beter weten’ hoe een land in elkaar zit en wat men gezien heeft. Het kan zelfs bepalend zijn ten aanzien van de manier van reizen. De rugzak wordt eerder geassocieerd met het “echte” reizen dan de koffer. Langer wegblijven ook. De reiziger die drie maanden reist in India denkt meer te hebben gezien van het “echte” India dan de reiziger die georganiseerd met de bus van monument naar monument verplaatst wordt.
Met het openbaar vervoer reizen lijkt ook een manier te zijn om het echte India beter te leren kennen. Geen rijke Indiër die het doet maar oké. Dat raakt meteen een ander punt. Het echte India lijkt vooral geassocieerd te worden met het arme India. De dorpen, de derde klas treinreis op houten banken met blèrende baby's, het afzien in een overvolle bus waar iedereen over je heen hangt of jij over iedereen.
Pushkar was lange tijd een plek waar mensen bleven hangen omdat het zo relaxed was. Goa natuurlijk ook. Dat waren (en zijn misschien nog voor de neohippie) plekken waar de “ervaren reizigers” elkaar weer terug zagen en reiservaringen deelden over het “echte” India.
Men huurde er (Goa) een huisje zonder enig comfort, waste zich aan de bron, samen met de dorpelingen, die dat maar raar vonden natuurlijk, als je kon reizen kon je ook een fatsoenlijke hotelkamer met douche betalen toch?, en men at in de goedkoopste restaurants, dhal met chapatis om vervolgens duur bier te gaan drinken.
De kenners van het echte India kleeden zich in het vliegtuig (?) al om, de spijkerbroek gaat uit, de Sari aan. In India lopen ze met een stip op het voorhoofd, kunnen soms uren op hun hoofd staan of spreken zelfs drie woorden Hindi. De meeste zijn overigens broodmager, want je hoort ook een beetje op een sadhu te lijken.
Dat “Sadhu gedrag” uit zich ook in het ‘alles zo goedkoop mogelijk’ of volgens mij gewoon krenterig gedrag. Voor een doller de dag door. Liever voor niets slapen op het dak van een hotel dan geld uit geven aan een kamer. Luxe is taboe. Geld geven aan de armen natuurlijk ook want, dan kennen ze opeens allemaal de wet van Karma! Het een aparte kaste, die reizigers van het “echte” India.
Maar het “echte” India, laat dat zich ook zien aan deze reiziger of ziet deze reiziger India überhaupt wel? Dit type reiziger wordt zo bepaald volgens vaststaande conventies en ideeën over India, dat het “echte” India “maya” wordt.
Om een land in al haar facetten te ontdekken moet je open kunnen reizen en vooral kijken. Het “echte” India zien is volgens mij meer een kwestie van de houding van de reiziger zelf dan afhankelijk van het bezoeken van een of veel al dan niet bijzondere plekken.