In onze supermark verkopen ze tegenwoordig steeds meer. Lagen de schappen ongeveer vijf jaar terug nog vol met veel van hetzelfde, nu is er een toenemende diversiteit. Zo hebben we sinds enige tijd een nieuwe room ontdekt: ‘doga amanda kaymagı’ in het Turks. Room van buffels. En dit is room in topvorm. Room van buffelmelk, je weet niet wat je proeft.

Dat weten de Italianen ook. Ze maken van buffelemelk de bekende mozzarella. Sinds enige tijd zijn de buffels ziek in Italië en komt de buffelmelk uit andere landen. Dus de Italiaanse mozzarella is tijdelijk niet van Italiaanse afkomst. Maar hopen dat het allemaal goed komt met die buffels in Italië.

Niet ver hiervandaan lopen er buffels rond. Vlak onder de vulkaan de Erciyes. Door die buffels moet ik in dat gebied vaak aan India denken. Maar niet alleen door die buffels. Ik schreef het al een keertje eerder : ze maken van de buffelpoep eigenaardige ronde plakken van die ze tegen de huizen en muren van stallen aanplakken om te drogen. Later wordt het als brandstof gebruikt.

Ik begreep dat in India al niet laat staan hier. Wat is er met die bufelpoep dat het zo goed als brandstof te gebruiken is?

In de zomer kopen we in een van die dorpen buffelkaas, ja, en die ziet er uit als mozzarella en smaakt naar mozzarella. Maar nu liggen er bijzonder lekkere aardbeien in de diverse winkel. Geen idee waar ze vandaan komen maar ze zijn groot, rood, knapperig en sappig. U begrijpt het al, dit in combinatie met ‘doga amanda kaymagı’, de buffelroom en je leeft even in het paradijs.

Nou ja, de situatie hier lijkt steeds meer op India op sommige plekken. De laatste tijd moet ik vaak aan India denken. Vooral aan de vrouwen met waterkruiken op hun hoofd. Ik sjouw nu al vanaf een februari elke dag zo'n dikke hoderd liter water. De waterleidingen in het dorp zijn bevroren dus geen water uit de kraan meer.

We hebben nog wel schoon water en hoe vaak heb ik in India anders gezien: een beeld is in mijn geheugen blijven plakken. Een meisje dat met een plastic kruik in een poel bijna zwart goor water opschept. Ik klaag niet.

Met de kruiwagen haal ik het water bij de toilet van het dorp. Die zit onder de grond, dus daar is er nog stromend water.